College 2 – Food-formules gaan ook de duurzame transitie leiden 

Twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog werden de grote retailorganisaties in feite de belangrijkste ‘machtsfactor’ in de voedselketen. Dat heeft twee hoofdoorzaken:

De toenemende productiviteit en efficiency binnen de primaire sector, die na 1945 ontstond, met Nederland in een leidende rol. Dat heeft geleid tot overproductie van voedingsmiddelen voor de binnenlandse markt. Dat fenomeen is versterkt door de Europese eenwording, die niet alleen voor de succesvolle Nederlandse export de deur heeft geopend, maar ook voor de import van ‘goedkope’ voedingsmiddelen.

De toenemende schaalvergroting bij Foodretail en geleidelijk ook steeds meer bij Foodservice. Formules worden sterker, hebben grotere inkoopkracht, vertonen marktleidersgedrag en zijn steeds actiever gaan worden in de ketenintegratie.

Aanvankelijk beschouwden retailers zichzelf (net als een groothandelaar) uitsluitend als een ‘doorgeefluik’ van producten die door boeren en tuinders en fabrikanten werden geleverd. Zij selecteerden primair op basis van winstgevendheid en (door hen ingeschatte) consumentenvoorkeur. Maar die rol is geleidelijk veranderd. Met name de leidende retailers (maar ook foodservice formules) zien steeds meer dat ze een eigen verantwoordelijk hebben in die voedselketen. Ze voelen wat dat betreft ook een zekere mate van maatschappelijke druk om verbeteringen door te voeren. Die verbeteringen in de keten – op basis van druk vanuit de retail – zijn nu nog beperkt, maar zullen de komende jaren groeien.

Op elk van deze terreinen zullen belangrijke leidende foodformules de hele voedselketen ‘dwingen’ tot verbeteringen. Dat heeft gevolgen en biedt kansen. Maar wat zijn dan de effecten voor elk van de spelers in die voedselketen tot en met ‘boeren en tuinders’ aan toe?

Door Anique Veldhuis | Adjunct Directeur bij het FoodService Instituut Nederland (FSIN)